Het vernuft onder de motorkap alsmede het innovatieve design hebben de XO geliefd gemaakt bij techneuten. Gebruik makend van het open source OS Unix is OLPC erin geslaagd een operating system te ontwikkelen dat lekker werkt op de 1 Gb geheugen die het apparaat telt. Die 1 Gb bestaat niet uit een harde schijf (slurpt te veel energie) maar uit een flash-geheugen.
Daarbij is het ding gebouwd voor zware omstandigheden, zoals de woestijn van Libië en de bergketens van Peru. Maar er zijn ook tests gedaan in Nigeria en Brazilië. Het ding lijkt alle extreme omstandigheden het hoofd te kunnen bieden. Zo heeft de XO een ombouw die waterproof is. Maar het meest bijzondere eraan is dat hij 100% energie-efficiënt is en geen elektriciteit nodig om ‘m op te laden. Opladen kan met de hand (via voetpomp of trektouw) of via zonne-energie.
Daarbij is het scherm van de XO zo gemaakt dat het ook in fel zonlicht te gebruiken is. “Voor talloze kinderen zal de XO hun eerste boek zijn. Wij willen hen die typische eerste boek-ervaring geven”.
Konijnenoren
Galadima uit Nigeria testte de XO en draagt 'm sindsdien op haar hoofd
Een van de opmerkelijke eigenschappen van de XO zijn de twee wifi-antennes, ook wel konijnen-oren genoemd. De twee antennes zijn goed voor ruim een verdubbeling van de normale wifi-afstand. Een test in Australië heeft OLPC geleerd dat de twee antennes met gemak een afstand van twee kilometer overbruggen.
Maar waarschijnlijk hebben de laptops die afstand lang niet nodig. Want alle XO’s zijn automatisch lid van een
mesh-netwerk, waarin elke machine behalve laptop ook
router is. Als er dus één XO aanstaat in de buurt van een internet-verbinding (meestal te vinden bij een school) kunnen alle andere laptops die verbinding delen. De XO het verst van de school verwijderd zal de traagste verbinding hebben. En is er geen internetverbinding, dan kunnen de XO’s in ieder geval onderling data, audio of video met elkaar uitwisselen.
Bestellingen
Quanta in Taiwan, ’s wereld grootste laptopbouwer, zal de 800 onderdelen die één XO telt gaan assembleren. De productie van één machine kost op dit moment 176 dollar. 75 dollar gaat naar het moederbord, 30 naar mechanische onderdelen, 60 naar LCD, wifi, batterij en camera, 10 naar overheid en 1 naar belastingen. Quanta houdt per stuk ongeveer drie dollar winst over, wat aanzienlijk minder is dan wat het bedrijf aan reguliere computers verdient.
Het is de bedoeling het apparaat aan regeringen van ontwikkelingslanden te verkopen voor niet meer dan 100 dollar. Hoeveel extra landen inmiddels hebben toegezegd deel te nemen aan het OLPC-programma, wil de organisatie nog niet bekend maken.